dinsdag 14 december 2010

Wikileaks: belangrijke informatie met een nare bijsmaak

Sinds kort zet ik ’s ochtends pas koffie nadat ik de krant heb geopend. Wikileaks maakt het leven een beetje spannender. Het geeft flavour, aan de normaal gesproken wat saaie en voorspelbare internationale politiek. Daarnaast opent het een schat aan informatie over de internationale politiek, die normaal gesproken voor ons gesloten zou blijven.
Dit neemt niet weg dat Wikileaks, zoals de meeste dingen waarvan men (te) hoge verwachtingen heeft, ook teleurstelt. Nu al. Dit komt vooral door de combinatie van sensatiedrang met een hoger moreel gelijk. Het laatste roept de organisatie over zichzelf af, bijvoorbeeld door de vraag ‘Waarom is Wikileaks zo belangrijk?’ als volgt te beantwoorden:
Publishing improves transparency, and this transparency creates a better society for all people. Better scrutiny leads to reduced corruption and stronger democracies in all society's institutions, including government, corporations and other organisations. A healthy, vibrant and inquisitive journalistic media plays a vital role in achieving these goals.”[1]
Let wel: ik ben het hier niet mee oneens. Mijn probleem is dat dit bij Wikileaks vooral loze woorden lijken. Hoe Amerikaanse diplomaten over ‘wereldleiders’ denken en spreken, was amusant. Het valt echter niet te verkopen dat het publiceren van deze informatie bijdraagt aan ‘minder corruptie en sterkere democratieën. Hetzelfde geldt voor de belangrijke zeekabel in Katwijk.[2] Zorgt dit voor ‘een betere samenleving voor alle mensen’?
Ook de opmerking van Julius Assange, dat Obama zou moeten aftreden als zou blijken dat hij op de hoogte was van de spionage bij de VN,[3] schoot bij mij in het verkeerde keelgat. Niet omdat ik per se vind dat hij ongelijk heeft – dit is naar mijn mening een ingewikkelde discussie, waar ik niet zomaar in een bijzin over kan oordelen – maar omdat zijn oordeel te snel en te makkelijk is.
In de internationale arena gelden andere maatstaven dan in de VS. Zou Obama volgens de eigen regels spelen, dan maakt hem dat misschien wel de morele winnaar. Leuk, maar voor de morele winst krijg men geen punten in de grotemensenwereld.
De enige manier om de ernst van deze feiten te duiden, is door ze af te wegen tegen de Chinese en Russische handelswijzen in de internationale politiek. Van die landen heeft Wikileaks helaas geen duizenden interne memo’s. (En de documenten die er zijn, denk Google en China,[4] voorspellen weinig positiefs).
Ik heb mijn oordeel over Wikileaks nog (steeds) niet gevormd, maar sensatiedrang en moreel gelijk vormen een onsmakelijke combinatie. Dit is jammer, want het leidt de discussie af van publicaties die wel een groot maatschappelijk belang hebben.
Over het laatste morgen meer!

donderdag 9 december 2010

Een middagje lobbyen voor Dutch Artworks

Ik loop het zaaltje van Nieuwspoort binnen. Er staan een stuk op vijftien mensen. Op de statafels liggen kopieën van het persbericht en folders van Dutch Artworks. Ik pak een kop thee, ga aan één van de tafel staan en bekijk het persbericht en de folder. Ondertussen komt een man zich aan mij voorstellen. Hij draagt een pak met een polo onder een dunne trui in plaats van een overhemd en lijkt me een jaar of zestig. Hij stelt zich voor als Jan Steinhauser, fiscus van het bestuur van Dutch Artworks.
Ik heb begrepen dat het doel van Dutch Artworks (DAW) het promoten van hedendaagse Nederlandse kunst in het buitenland is, en vraag Steinhauser of dit klopt. Volgens de fiscus klopt het ongeveer, maar hij zou liever een andere bewoording kiezen: “Het doel van Dutch Artworks, is om werk van hedendaagse Nederlandse kunstenaars in de permanente collecties te krijgen van toonaangevende buitenlandse musea.” Inmiddels zijn er met steun van DAW al 23 werken geplaatst, onder andere in de Tate Modern.
Steinhauser loopt weer weg en één van de lobbyisten van Meines en Partners komt naast me staan. “Die vrouw daar is Marlene Dumas, de belangrijkste Nederlandse kunstenaar van dit moment.” Ik heb nog nooit van haar gehoord, en antwoordt: “Familie van?” Hij kijkt vragend en ik leg uit. De lobbyist lacht beleefd.
“Wat maakt nou dat zij de belangrijkste is?”  Besluit ik te vragen.  “Ze is in ieder geval de duurste” zegt hij. Nu heeft hij mijn interesse. “Waar moet ik aan denken?” “Drie miljoen euro,” antwoordt hij, en hij draait zich om en loopt naar de andere gasten, mij verbijsterd achterlatend. Vorig jaar hing er een Renoir op de Tefaf @ €3 miljoen en als ik mocht kiezen zou ik het wel weten. Maar goed, wat weet ik nou van moderne kunst? De meest recente kunstenaar die ik kan waarderen is Salvador Dali, en die is inmiddels al zeker twintig jaar dood.
Ik lees in de folder dat wanneer DAW wordt benaderd door een buitenlandse museum om een schilderij te kopen, zij het museum een bijdrage van ongeveer tien procent van de acquisitiekosten vragen. Ik begrijp het niet helemaal, moet het museum dan en het schilderij kopen en nog tien procent extra afdragen aan DAW? Gelukkig komt precies op dat moment de voorzitter van het bestuur, Willem Wiarda, kennis maken.
Wiarda lijkt me rond de zestig, en zijn pak (donkerbruin corduroy) dateert uit de vorige eeuw. Neemt niet weg dat hij dankzij een vrij nieuw gestreept roze overhemd, rode das en pochet een zekere allure uitstraalt. Mede dankzij zijn diepe stem doet hij mij denken aan Michael Gambon, de Britse acteur die Dumbledore speelt in Harry Potter. Wiarda legt het uit.
Het museum dat een werk wil kopen betaalt slechts tien procent van de kosten. De artiest of galerij betaalt zelf vijftien procent en DAW de rest, op voorwaarde dat het schilderij in de permanente collectie komt te hangen. Dit heeft als voordeel dat de rest van het werk van de artiest in prijs verdubbelt, en dat de hedendaagse Nederlandse kunst in zijn geheel in een hoger aanzien komt te staan. Zo wordt ook de markt voor de minder bekende kunstenaars vergroot.
Ik snap het, maar waar is de politiek dan voor nodig? U raadt het al: geld. DAW leefde tot nu toe op een tijdelijke gift van een loterij, maar dat geld begint op te raken. Er is ook gezocht naar private sponsors, maar door de crisis zijn die er gewoon te weinig. Dus moet de politiek helpen.
Boris van der Ham (D66) heeft vorig jaar een (aangenomen) motie ingediend om DAW te steunen. Maandag gaat hij proberen deze motie ook in financiële steun te vertalen, maar of het lukt is de vraag. Van der Ham geeft aan dat DAW vooral de woordvoerders van de coalitie nodig zal hebben. Deze blinken vandaag echter vooral uit door afwezigheid.
Ik luister mee met de ambtenaren of DAW steun vanuit de ministeries kan verwachten, maar zowel BuZa als OCW lijkt hier weinig voor te voelen. Het kost geld en beide willen liever dat dit uit een potje van de ander komt. Dus ze wachten liever af. De man van BuZa denkt wel mee hoe BuZa met ‘zachte’ steun kan helpen. Bijvoorbeeld door de curatoren van belangrijke musea op ambassades uit te nodigen en daar in contact te brengen met Nederlandse kunstenaars.
Ik kan het enthousiasme van de heren van DAW wel waarderen en gun het ze van harte dat Van der Ham maandag zal slagen. Steinhauser toont in ieder geval de juiste attitude: “Ach”, zegt hij tegen zijn collega Wiarda, “ook als het ons nu niet lukt, komt het in de toekomst zeker goed. Het blijft een fantastisch plan, en fantastische plannen gaan niet zomaar verloren.”

vrijdag 3 december 2010

Nieuw doel voor WK geld: train onze nieuwe held!

Dus daar ging Ruud Gulliet, vol goede moed,
Met een plan, door de KNVB uitgebroed.
Niemand dacht dat hij het WK echt binnen zou halen,
Maar niet proberen, is bij voorbaat falen.

Dat Johan Derksen hem dagelijks afkraakte,
En het ‘HollandBelgium bid’ belachelijk maakte,
Ruud Gullit interesseerde het eigenlijk niets,
Hij zou doorgaan, op zijn fiets.

Over corruptie en Blatter van onze kant geen woord,
Dan zou er natuurlijk nooit worden gescoord.
Kijk maar naar die domme Britten,
Die onthullingen zijn ze niet in de koude kleren gaan zitten.

Nee, wij pakten het slimmer aan.
Voor de Fifa op elke snelweg een eigen baan.
En geen belasting voor een ieder die zich via minder dan vijf personen,
Aan Sepp Blatter verbonden kon tonen.

Volledig duurzaam zou ons WK worden,
Met in alle talen fietsborden.
Wij hadden er ook wel minimaal €150 miljoen voor over,
Al leek dit ten opzichte van de anderen op voorhand al wat pover.

Want het was natuurlijk een publiek geheim:
Bij de Fifa heb je niets aan geslijm.
Roebels, dollars, Euro’s, is het enige dat telt.
Wie biedt Blatter het meeste geld?

Wat ook helpt is niet teveel democratie,
Dat zorgt enkel voor frustratie.
Al die vervelende volksvertegenwoordigers en media,
Daar heb je alleen maar last van als voetbalmaffia Fifa.

Desalniettemin, als het Ruud gelukt was hadden we drie weken feest,
Wij waren dan gastheer van de wereld geweest.
Alas, Rusland en Qatar wonnen deze ronde,
En als voetballiefhebber vind ik dat toch wel zonde.

Nu moeten wij ons maar bezinnen,
Op hoe wij die toernooien gaan winnen.
Ik stel voor die €150 miljoen te investeren in jongens met talent,
Want van onze teams in Rusland en Qatar, vormen zij het fundament!

donderdag 2 december 2010

Elias geïnspireerd door Joris Luyendijk en NRC Next

Gisteren stelde Ton Elias (VVD) in NRC Handelsblad niet alleen de vraag waarom het relevant was voor RTL om te publiceren dat hij dertig jaar geleden een keer was gearresteerd, omdat hij met een biertje teveel op achter het stuur zat – te lang geleden en pas relevant als de VVD een minimumstraf in wil voeren voor rijden onder invloed –  hij viel ook de media in het algemeen aan.
“Er is aantoonbaar minder feitelijke politieke verslaggeving dan tien, vijftien jaar geleden. Journalisten letten steeds minder op de inhoud, en bekommeren zich steeds meer om het wedstrijdelement … onder journalisten geldt de ongeschreven regel dat je elkaar niet via de kolommen gaat zitten corrigeren.”
Ik ben te jong om te oordelen over kranten van meer dan tien jaar geleden, maar in dit soort discussies loopt men snel het risico het verleden te romantiseren. Was de berichtgeving in De Telegraaf, NRC Handelsblad en Trouw toen niet respectievelijk conservatief, liberaal en christelijk gekleurd?
Elias heeft wel gelijk dat journalisten zich meer om het wedstrijdelement bekommeren dan om de inhoud. Maar ja, de media moeten ook overleven en kiezen nou eenmaal onderwerpen die goed verkopen. Integratie en veiligheid zijn spannender dan onderwijs en klimaat, (tenzij het klimaatpanel fouten maakt natuurlijk) en de vraag wie de macht krijgt is weer spannender dan integratie en veiligheid.  
Ook het laatste punt van Elias lijkt te kloppen. Ik weet niet of het een ongeschreven regel is, maar ik heb het journaal of het NRC Handelsblad bijvoorbeeld nog nooit zien openen met ‘Volkskrant kiest PvdA spin over bijstand’ of ‘Telegraaf neemt plannen kabinet kritiekloos over.’
Elias lijkt geïnspireerd door de discussie die Joris Luyendijk en NRC Next startten, over de wereld achter de politiek, maar richt zijn pijlen op de media in plaats van de lobbyisten. Niet volledig onterecht, want de media zijn zelf inderdaad ook spelers in het publieke debat. De kans dat Elias daadwerkelijk iets bereikt lijkt klein. Maar als zijn doel is om bijvoorbeeld krantenlezers meer te laten nadenken over ‘waarom’ hun krant een bepaald perspectief kiest, en hun krant meer vragen te stellen over de inhoud en feiten, is het een nobel streven.