dinsdag 30 november 2010

Voelt u zich een Groene Democraat?

“Ons plan voor een nieuw kiesstelsel, ons plan voor vernieuwing en verjonging, voor doorbreking van het oude vastgeroeste partijpatroon. Ik moet proberen het goed te vertellen.
Hans van Mierlo, founding father van D66, 1967
Een fusie tussen D66 en GroenLinks ? Groene Democraten? Lastige, emotionele discussie. Als lid van D66 ook een beetje eng. (Waarschijnlijk voor GL leden en kiezers ook). Gelet op de mogelijke gevolgen is één ding in ieder geval zeker: dit is het moment om de discussie te voeren.
Mocht het gebeuren, dan zal een deel van D66 weglopen naar de VVD, en een deel van GroenLinks naar de SP en de PvdA. Ook zullen er mensen zijn die gewoon uit teleurstelling dat ‘hun partij’ niet meer bestaat zich (tijdelijk) zullen afkeren van de politiek.
Aan de andere kant leverden strategische stemmers de PvdA de laatste verkiezingen twaalf zetels op volgens Maurice de Hond. Als er hiervan acht van D66 en GL kwamen, en u bedenkt dat D66 wegens dezelfde reden ook nog wat zetels aan de VVD kwijtraakte, zullen de Groene Democraten er zeker op vooruit gaan wat betreft potentiële invloed.
De timing is perfect. De partijen zijn niet alleen qua zetels, maar ook qua ledenaantallen (ongeveer 22.000 D66 vs. 25.000 GL) bijna even groot. De leiders liggen relatief goed bij elkaars achterban. Als ze de strategische stemmers volgende keer binnen kunnen houden en de mensen die afhaken terug kunnen winnen, hebben ze in potentie zo dertig zetels.
Er zijn partijen die menen dat de enige voorwaarde om Kamerlid te worden een werkend rechterarmgewricht is, maar om voor de kwaliteit van de Kamer waren een paar extra D66’ers geen overbodige luxe geweest. Denk bijvoorbeeld aan Marty Smits, partner bij Boston Consulting Group; Jan Paternotte, beste raadslid van Nederland; Maas Goote, minstens zo’n goeroe op het gebied van klimaat als Diederik Samson, (maar dan zonder de dogma’s) en Christa Meindersma, één van de weinige politici die serieus verstand had van Afghanistan.
Om die dertig zetels te bereiken is het zo belangrijk dat we die discussie nu voeren. Niets helpt beter om mensen achter één vlag te verenigen, dan een gezamenlijke vijand. Krediet dat verloren gaat bij een fusie, kan de komende jaren prima worden teruggewonnen. Wie in het stemhokje vooral denkt aan onderwerpen als onderwijs, woningmarkt, arbeidsmarkt, duurzaamheid, ontwikkelingshulp  en cultuur, zal zeker beter uit zijn met de Groene Democraten, dan met D66 en GroenLinks in huidige vorm.
Het belangrijkste verschil is dat D66 zich als middenpartij presenteert, terwijl GroenLinks zich trots is om ‘Links’ te zijn. Dit neemt niet weg dat de verschillen in standpunten vooral voor de fijnproevers zijn.
Ik had er bijvoorbeeld weinig moeite mee gehad  als de WW en de hypotheekrenteaftrek hervormd zouden worden volgens de plannen van GroenLinks. Aan de andere kant gaan mijn nekharen recht overeind staan bij de gedachte aan gemeentelijke energiebedrijven en een toptaks van zestig procent.
Ik ben het wel eens  met het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Er is echter een grens tot waar wij solidariteit van anderen mogen eisen, en voor mij ligt die op de helft van het inkomen. Maar dit is wel waar de discussie uiteindelijk over zal moeten gaan. Principes en uitgangspunten.
D66 legt meer nadruk op solide overheidsfinanciën, terwijl GroenLinks meer nadruk legt op solidariteit. Bij D66 heeft het liberale gedachtegoed de overhand, GroenLinks gelooft bij veel onderwerpen nog in maakbaarheid. GroenLinks kiest voor quota voor vrouwen om vrouwen naar de top te helpen, D66 voor gelijke kansen en ‘natuurlijke evolutie’.
D66 baseert haar standpunten op vijf richtingwijzers:
1.       Vertrouw op de eigen kracht van mensen.
2.       Denk en handel internationaal.
3.       Beloon prestatie en deel de welvaart.
4.       Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving.
5.       Koester de grondrechten en gedeelde waarden.
Op de website van GroenLinks zijn uitgangspunten niet gemakkelijk te vinden (mij in ieder geval niet gelukt). Bladerend door het partijprogramma, lijkt het erop dat de partij gewoon ‘pragmatisch’ kijkt naar wat ze vindt dat er moet gebeuren om ons land beter te maken. Voor D66’ers van de oude generatie moet dit ergens aan doen denken. Ook een idee als het ‘Bruto Nationaal Geluk’ is bekend. Jan Terlouw[1] schreef in 1982 al dat het eigenlijk raar is dat wij welvaart alleen maar meten met behulp van ons BBP.
Dit alles neemt niet weg dat de toon van GroenLinks mij niet bevalt en dat ik Tofik Dibi mij nou niet zo snel zie vertegenwoordigen. Dat ik bang ben om een gedeelte van het gedachtegoed van Hans van Mierlo te verliezen en daarmee een stuk van onze identiteit en geschiedenis. (Geheimpje: ook progressieven zijn soms conservatief.)
Van Mierlo wilde zelf begin jaren zeventig met de PvdA spreken over een fusie. D66 werd niet opgericht om er voor altijd te zijn. Ooit wilden wij het politieke stelsel veranderen om ons daarna op te heffen. Het vastgeroeste partijpatroon doorbreken. Vooralsnog is dit niet gelukt, maar misschien moeten we zelf het goede voorbeeld geven.
D66 en GroenLinks zijn echte democratische partijen, dus de discussie kan niet in een achterkamertje gevoerd worden. Het moet in het openbaar. Online, in kranten en straks op de congressen. Daarom vraag ik u te reageren, en deze blog via Twitter, Facebook etc. verder te verspreiden. Alle argumenten zijn welkom, want dit artikel is enkel een voorzet voor de discussie.  Ik voel mij nog geen Groene Democraat, maar wat niet is kan komen. Ziet u zichzelf als Groene Democraat?


[1] Oud fractievoorzitter, minister en senator voor D66. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Terlouw)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten