zondag 21 november 2010

De haat-liefdeverhouding van de SP met de banken (en andersom)

De SP en de bankwereld zijn geen vrienden. Kort door de bocht: Banken zijn ongeveer het symbool van het kapitalisme en het is een schande dat een dertigjarige bankier van achter zijn bureau jaarlijks miljoenen mee naar huis kan nemen, terwijl de schoonmaker met een slechte rug straks tot zijn 66e zal moeten zwoegen voor een ‘hongerloon’.  Andersom is het verdienen van miljoenen een stuk minder leuk als je het merendeel direct mag inleveren en is een ‘bankenheffing’ voor de gemiddelde bankier minstens zo afschrikwekkend als zijn schoonmoeder.
Dit neemt echter niet weg dat beide groepen direct van elkaar profiteren. De SP is binnen de politiek de meest geloofwaardige strijder tegen exorbitante bonussen, en laten de grootste vijanden van het volk bij de laatste verkiezingen nou net de Islam en de bankiers zijn geweest. (Ik noem niet de regenten, want het afgeven op regenten is van alle tijden met als enige verschil de partij die er het meest mee geïdentificeerd wordt.) De SP mag dus wel een bosje bloemen naar Rijkman Groenink sturen als dank voor de zetels van Nine Kooiman, Farshad Bashir en Paulus Jansen.
Ondanks de goede bedoelingen van de socialisten, doen ze (onbewust?) meer voor de banken dan een liberale partij als D66. U kent vast wel eens het argument dat banken bij meer regulatie of hogere belastingen zullen vertrekken. Als landen dit nationaal doen, is dat waarschijnlijk waar. Zo spelen banken (en bedrijven) landen tegen elkaar uit, en wie profiteert hiervan? De bankiers.
Er wordt gewerkt aan een oplossing: door regulatie Europees te regelen kan er binnen de EU, de grootste markt ter wereld, geen oneerlijke concurrentie meer plaatsvinden. Dit schiet alleen niet echt op en het is de vraag hoeveel soevereiniteit de Europese landen willen opgeven. De onderhandelaars vertegenwoordigen immers landen en de landen hebben weer profijt van een goed vestigingsklimaat. Iedereen wil zijn nationale voordelen zoveel mogelijk behouden.
Hoewel er dus wel iets verandert, zal het niet veel zijn. Enkel als de macht komt te liggen bij een instantie die het Europese volk, in plaats van de landen vertegenwoordigt, zal er echt wat veranderen. Die instantie bestaat: het Europees Parlement. Hoewel bijvoorbeeld een Wim van de Camp naar Brussel ging om ‘de Nederlandse belangen te verdedigen’, verkoos zelfs hij bij het debat over de begroting Europees belang boven nationaal belang. Voordat wij echter op gebieden als regulatie vennootschapsbelasting al te veel soevereiniteit afstaan aan dit parlement, hebben wij nog een lange weg te gaan.
De SP is weliswaar voor bijvoorbeeld een minimumbelasting, maar wil tegelijkertijd dat nationale parlementen Brussel een ‘gele kaart’ kunnen geven en nationale veto’s zoveel mogelijk behouden blijven. In andere woorden: niet de mensen die het Europese volk vertegenwoordigen moeten het laatste woord krijgen in Brussel, maar de landen zelf. En de bankiers? Die blijven die landen rustig tegen elkaar uitspelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten