dinsdag 23 november 2010

De hypotheekrenteaftrek gijzelt de huizenmarkt

De huizenprijzen zijn opnieuw gedaald. Verkochte huizen waren in oktober gemiddeld 1.1 % goedkoper dan een jaar eerder.[1] Ook werden er opnieuw minder huizen verkocht. Is dit raar? Nee. Huizen in Nederland zijn duur, en de meeste huizenkopers willen graag een zo mooi mogelijk huis. Maar wie nu een zo mooi mogelijk huis koopt met hypotheekrenteaftrek, loopt een groot risico om financiële zelfmoord te plegen.
Premier Rutte zei, naar aanleiding van de motie die was aangenomen in de Senaat om de hypotheekrenteaftrek te hervormen: ''Over de hypotheekrenteaftrek zullen we duidelijk zijn. Het is juist in het belang van de huizenmarkt dat we daar niet aankomen.'' Door duidelijkheid te geven, probeert hij potentiële huizenkopers zekerheid te geven.
Wie de verkiezingsprogramma’s van de linkse partijen en D66 erop naslaat, beseft dat al deze partijen voor een hervorming van de hypotheekrenteaftrek zijn. Bestaande huizenbezitters worden  niet ontzien. Dus stel u koopt vandaag een huis en u maakt een gedegen financiële planning zodat u, zelfs als pensioen iets lager uitpakt dan u had gehoopt, nog steeds in uw huis kunt blijven wonen, dan kunt u na een wisseling van de wacht in de Trêveszaal zomaar eens bedrogen uitkomen.
Rutte kan enkel spreken voor de komende drieënhalf jaar en zelfs hier kan hij geen harde garanties over geven. Mochten we toch in een dubbeldip belanden – en gelet op wat er om ons heen gebeurt en de Nederlandse afhankelijkheid van dat buitenland is dat best mogelijk – dan zal de huidige regering  meer moeten bezuinigen. Er zijn dan ‘veranderde omstandigheden’ (dit heeft u vast eerder gehoord toen de PvdA, het CDA en de VVD opeens wel voor verhoging van de AOW leeftijd waren) en het lijkt naïef dat een kostenpost van meer dan €10 miljard gespaard zal blijven.
Dus wat moet het kabinet doen om de huizenmarkt weer op gang te krijgen? Echte zekerheid geven! Zoals Bismarck de sociale zekerheid in Duitsland invoerde om de socialisten de wind uit de zeilen te nemen, moet Rutte de huizenmarkt hervormen om te rigoureuze hervormingen van de oppositie te voorkomen. De oppositie maakt immers een goede kans om de volgende regering te vormen.
Het mooiste voor de regering: ze kunnen het precies zo doen als zelf willen. Als deze regering met een plan zou komen, is het de kans zeer klein dat er geen steun van de oppositie komt – wat dat plan ook is en hoelang het ook duurt. De regering moet alleen wel op tijd beginnen, zodat de volgende regering het niet opnieuw aan gaat passen, versnellen of de mensen die al een huis hebben toch nog in het nauw brengt.
Een veel gehoord argument om het niet te doen is dat de huizenmarkt in Zweden instortte, maar de Zweden deden het in twee stappen binnen een veel te korte tijd. (De huizenmarkt herstelde hier overigens ook weer in recordtempo.) In Engeland deed men er meer dan twintig jaar over, en hier was het effect op de huizenprijzen nihil.
Rutte mag er meer dan dertig jaar over doen. Hij kan huidige huizenbezitters beschermers. Hij kan direct een grote stap zetten door gelijktijdig ter compensatie de overdrachtsbelasting en het eigenwoningforfait af te schaffen. Er is slechts één ding dat hij niet moet doen: beloven dat er niets zal veranderen. Mensen die een huis kopen willen zekerheid en niet voor slechts drieënhalf jaar, maar voor de lange termijn. Zolang de hypotheekrenteaftrek in haar huidige vorm bestaat, kan niemand die zekerheid geven en zal de woningmarkt niet herstellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten