donderdag 18 november 2010

Rutte en de onmogelijke missie

De nieuwe regering is op zoek naar steun voor een nieuwe missie in Afghanistan.  Een missie met honderden militairen en vliegtuigen en onder vlag van de NAVO. De NAVO ‘schreeuwt’ zelfs om een nieuwe Nederlandse missie, zo meldt de Volkskrant. Maar helaas, Rutte kan niets bieden. En dat doet pijn.
Met het CDA, de Christen Unie en de SGP heeft hij 59 zetels. De positie van D66 is nog twijfelachtig, maar ook met de sociaalliberalen heeft het kabinet geen meerderheid. Van de overige partijen valt weinig te verwachten. De PvdA vindt dat we onze taak wel gedaan hebben; Wilders wil niet, want het volk wil niet; GroenLinks wil niets horen over die honderden militairen en die vliegtuigen en als het aan Harry van Bommel lag, stapte hij vandaag nog op het vliegtuig om ‘onze jongens’ persoonlijk terug te gaan halen.
Moet u dit jammer vinden? Daar kan ik niet over oordelen. Ik kan enkel het dilemma van de regering verduidelijken en aangeven waarom de regering Afghanistan zo belangrijk vindt. Ik zal volgende week de misvatting de wereld uit te helpen dat het nog gaat om Afghanistan, of om Afghanen. Voor het moment vraag ik u even dit van mij aan te nemen.
Het gaat om de vraag: moeten we ernaar streven om de kleinste van de grote te zijn, of zijn we liever de grootste van de kleintjes - in negatieve zin. Men kan veel over Balkenende zeggen, maar het valt moeilijk te ontkennen dat hij de VOC mentaliteit had. Hij zorgde ervoor dat de belangrijkste civiele functie van het machtigste bondgenootschap ter wereld in Nederlandse handen kwam;  hij loodste Nederland de G20 binnen op het moment dat duidelijk werd dat hier belangrijke beslissingen werden genomen en toen ‘het volk’ de vlag en het volkslied uit de Europese grondwet wilde, regelde hij dat.
Hoe deed hij dat? Bij Bush won de premier respect door hem vanuit een lastige politieke situatie toch te steunen in Irak en de rest van de NAVO overtuigde hij door een relatief grote bijdrage te leveren aan Afghanistan.  Balkenende was een trouwe bondgenoot en had er zelfs zijn kabinet voor over om dit te blijven. (Toegegeven, dankzij de PvdA was het niet zo’n groot offer als men normaal gesproken zou verwachten, maar toch.)
Hebben wij er iets aan om bij belangrijke internationale onderhandelingen aan tafel zitten? Is het handig om Nederlanders op prominente internationale posities te hebben zitten? Moeten we proberen onze positie in de Wereldbank, het IMF en Basel te behouden? Speelt status een rol in Brussel?
De regering beantwoordt deze vragen met ‘ja,’ evenals 44 procent van de VVD kiezers en 61 procent van de CDA kiezers. Dat de helft van de VVD kiezers tegen een nieuwe missie is, lijkt de VVD terecht niet te deren. Zij heeft nooit een geheim gemaakt van haar internationale ambities. (Ze mogen niet te veel geld kosten, maar als Washington belt dienen we er te staan.) Dit heeft de tegenstanders van de missie er niet van weerhouden om de VVD de grootste maken.
De regering heeft drie opties: zij kan besluiten troepen naar Afghanistan te sturen zonder meerderheid in de Kamer; zij kan een bijna geheel civiele naar Afghanistan sturen, of zij kan gaan onderhandelen met de oppositie. De eerste is ondemocratisch, de tweede onvoldoende en het is onwaarschijnlijk dat Wilders veel ruimte geeft voor de derde. Dus nu het dilemma: hoe komen we hier uit op een manier dat we onze positie behouden. Aangezien Wilders er plezier in schijnt te scheppen om ook een innigere samenwerking met Duitsland in de weg te staan, zie ik de uitweg niet zo snel. Respect als het Rutte lukt.
Tot maandag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten